vrijdag 26 augustus 2011

Liszt is blijvertje in Boedapest - DePers.nl

In de Hongaarse hoofdstad kunnen ze geen genoeg krijgen van klavierleeuw annex podiumbeest Franz Liszt. Maar ook de hardcore katholiek wordt herdacht.

Frans Liszt, Boedapest

In dit herdenkingsjaar is het onmogelijk in Boedapest het fenomeen Franz Liszt te ontlopen. Al heeft de man nooit een opera geschreven, toch staat zijn standbeeld rechts van de hoofdingang van de Nationale Opera. Ik maak een draai op het Franz Lisztplein, passeer de Liszt Ferenc muziekwinkel met zijn edele profiel in de etalage en zie een modern levensgroot beeld van de componist, met wapperende bronzen haren, handen uitgestrekt naar (vermoed ik) een piano. Aan de andere kant van het plein duikt hij op in de gevel van de, jawel, Franz Liszt Muziekacademie, dit maal als lieve wijze oude opa.

Liszt Festival, Boedapest

In talloze kerken en concertzalen van Boedapest dendert het Liszt Festival voor zijn 200e geboortedag door tot de Wereld Liszt Dag op 22 oktober. Dan wordt zijn megalomane oratorium Christus opgevoerd in de Sint Stephens Basiliek. Parijs, Peking, Bayreuth en Seoel doen die dag ook mee.


Hartendief, Boedapest

Geen slechte prestatie voor iemand die niet in Boedapest is geboren (maar in Raiding, nu Oostenrijk) en die weinig tijd hier heeft doorgebracht. Hij sprak zelfs geen Hongaars. Toch is Ferenc (Franz) als nationale zoon geadopteerd, want hij belichaamt het ideaalbeeld van een Hongaarse artiest: flamboyant, extravagant, een hartendief en een hardcore katholiek. Vergelijk dat met Bela Bartok die in 2031 zijn 150e geboortejaar viert. Die ziet er uit als een kalende bankier met psychotische ogen, dus Bela kan het vergeten in Hongarije.

Fraai appartement, Boedapest

Naast zijn avonturen in Parijs, Weimar en Rome bracht der Franz de nodige tijd door in Boedapest. In 1875 werd er een nieuw nationaal conservatorium naar hem vernoemd. Als directeur voor het leven kreeg de 64-jarige Liszt een fraai appartement in de academie. Daar bracht hij elf jaar lang zijn winters door.

Franz Liszt Memorial Museum en Onderzoekscentrum, Boedapest

Het appartement valt nog steeds te bezichtigen. Voor drie euro leiden twee zeer serieuze dames me rond door het Franz Liszt Memorial Museum en Onderzoekscentrum. Zij koesteren duidelijk meer sympathie voor het onderzoek en minder voor het toeristisch memoreren. Er staan weinig authentieke spullen in het appartement, omdat Liszt bij sterven al een Gandhi-achtige status had in Hongarije. Al zijn bric-a-brac gaf hij weg aan vrienden. In 1986 is deze woning bijna leeg heropend. Alleen het plakkaat dat aankondigt dat Abbé Liszt alleen op dinsdag, donderdag en zaterdag tussen 3 en 4 bezoek ontvangt, is authentiek. Als ik door de driekamerwoning loop, valt op dat er absurd veel piano’s staan. Bovendien zou zelfs de notoir ijdele Liszt niet zoveel portretten van zijn fenomenale kaaklijn hebben opgehangen.

Vigado, Boedapest

Als Liszt-pelgrim bezoek ik de nodige kerken en concerthallen waar Liszt heeft gespeeld. Egotripper Franz vind je in de Vigado-opera terug, waar hij in 1875 samen met schoonzoon Richard Wagner een dubbelconcert gaf. In de Vigado verzorgden ook Brahms, Saint-Saëns en Debussy wereldpremières van eigen werk.

Pest Theater, Boedapest

Vlak bij het Vigado op het Vaciutca staat het Pest Theater, ooit een kroeg waar de 12-jarige Liszt in 1823 zijn eerste concert gaf. Ernaast kan de bezoeker traditionele Thaise massages krijgen.

Franciscaanse kapel, Boedapest

Liszt mag in zijn tijd als klavierleeuw vele harten hebben gebroken, op latere leeftijd werd hij steeds strenger katholiek en bad hij elke dag in de Franciscaanse kapel. Een fraaie middeleeuwse kerk die een ‘nieuw’ barok interieur heeft gekregen. Een plakkaat verwijst naar de stoel waar Ferenc ‘zijn ziel aan zijn Schepper toevertrouwde in dagelijkse gebeden’.

Liszt Engine, Boedapest

Een frivolere Franz is te vinden in het Nyugati treinstation, waar de Liszt Engine langs glijdt: een moderne met Liszt versierde locomotief, die al rijdend de tweede Hongaarse Rapsodie voortbrengt. Een frivoliteit die de oudere componist niet erg had gewaardeerd. Na een wilde jeugd en nog onstuimiger kostwinnaarsperiode (zijn kinderen bezocht hij negen jaar lang niet) eindigde hij als asceet. ‘Het leven is een lange en bittere zelfmoord’, zei hij daarover. ‘Alleen geloof kan die zelfmoord in martelaarschap veranderen.’

Bron: www.depers.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten